Aconcagua 2010 Expeditie Aconcagua 12 december 2010

11Jan/11Off

The final chapter

Posted by Jeffrey

We zijn inmiddels alweer ruim een weekje terug in Nederland, maar we hadden twee weken geleden vanuit basecamp nog beloofd een gedetailleerder verslag van de laatste barre dagen richting de top te posten, vergezeld van het nodige beeldmateriaal. Om met dat laatste te beginnen, bij deze de foto van Timo en Jeffrey op de top van de Aconcagua (6962 meter) op 25 december 2010 rond 14:40 uur:

Dinsdag 21 december

Vandaag begon de tocht naar boven dan voor het ‘eggie’. 2 dagen geleden zijn we in het kader van de acclimatisatie al een keer naar kamp 1 op 4900 meter gelopen, maar hoefden toen slechts een kleine rugzak met wat water en een kilootje of 5 proviand mee naar boven te sjouwen. Nu moest iedereen z’n volledige inboedel voor deze laatste dagen richting de top meedragen (+/- 20kg). Waar we hadden verwacht dat de moeilijkheid vooral zou liggen in het gewicht van al deze spulletjes, lag de bottleneck uiteindelijk in het volume van onze rugzakken; het was iedere keer bij het inpakken van de tas weer spannend of we alles er wel in konden krijgen. Dus, tip voor iedereen die toevallig ook een tochtje naar 7000 meter in de Andes gepland heeft staan: een rugtas van 75/80 liter is geen overbodige luxe!

Ander verschilletje met de acclimatisatietocht van een paar dagen eerder was dat we nu alvast op onze hoogst comfortabele (gehuurde) plastic schoenen mochten lopen. In de voorbereiding waren we er eigenlijk vanuit gegaan dat we deze lompe klompen alleen op ‘summit day’ zouden hoeven dragen en de dagen die hieraan vooraf gingen nog gewoon op onze hippe hiking boots konden lopen. De gidsen waren echter van mening dat we in dat geval overbodige ballast aan het meesjouwen waren (een paar extra, hele zware schoenen) en raadden ons ten zeerste aan de gewone boots in basecamp achter te laten. Zo gezegd, zo gedaan, maar binnen 2 uur had Jeffrey het al voor elkaar beide hakken tot op het bot kapot geschuurd te hebben. Iets wat het loopgenot, ondanks vernuftige duct-tape afplak constructies, er de daarop volgende dagen niet beter op maakte.

Na zo’n 3,5 uur lopen kwamen we aan in kamp 1. Snel de tenten opgezet en daarna lekker chillen in de warme slaapzak. We waren prima op tijd, want nog geen uur later begon het te sneeuwen. Onze gele tentjes werden langzaam wit. Weinig reden dus om nog naar buiten te gaan die avond; bijtijds slapen en opladen voor de tocht naar kamp 2 de volgende dag.

Woensdag 22 december

Vandaag stond kamp 2, ofwel ‘Nido de Cóndores’ op het programma. In de voorafgaande dagen hadden de gidsen ons verteld dat het aantal afvallers tijdens deze hike, na ‘summit day’ gemiddeld het hoogst was. Ofwel, als je de klim naar kamp 2 zou halen, was de kans dat je kamp 3 niet zou halen en dus niet aan de daadwerkelijk top-poging kon beginnen nihil. Leuk om in ’t achterhoofd te houden, maar feitelijk veranderde dit weinig aan de situatie natuurlijk. Na het ontbijtje de tenten inpakken, alle ‘shit-bags’ verzamelen (ja, de parkrangers hadden liever niet dat #2 in de ‘vrije natuur’ werd gedaan, dus diende dit in een vuilniszak te gebeuren), de rugzak op en simpelweg in een slakkentempo achter de gids aan omhoog. De tocht naar kamp 2 was steiler en langer dan die van de dag ervoor, maar buiten de bonkende koppijn (Jeffrey) en de in het algemeen steeds merkbaarder wordende impact van de hoogte, stelde het lopen op zich nog steeds weinig voor. Wat dat betreft wierp onze voorbereiding zijn vruchten al wel af. De factoren die we niet hebben kunnen trainen, kregen alleen wel steeds meer de overhand.

Na 5 uur klimmen bereikten we kamp 2 op 5380 meter. Gelegen op een groot plateau met een fantastische view over de omliggende bergen (waar we inmiddels al bijna allemaal boven zaten) en eindelijk zicht op de top van de Aconcagua (deze keer van de noord-kant). Na het opzetten van de tenten en het vaste middag/avond ritueel (een paar koppen thee met koekjes, relaxen/slapen en vervolgens avondeten) heeft Jeffrey met onze Frans/Engelse maat Thomas nog even een half uurtje mooie platen van de zonsonderdag staan schieten. Fantastische kleuren en bij helder, onbewolkt weer kon je vanuit dit kamp zelfs de zon onder zien gaan in de zee zo’n 150km verderop.

Donderdag 23 december

Na al ongeveer een week lang niet goed geslapen te hebben, continue hoofdpijn en vermoeidheid door de hoogte, was de eerste nacht in kamp 2 wat nachtrust betreft wel het dieptepunt van de expeditie. Gelukkig hadden de gidsen op basis van de weersvoorspellingen besloten de ‘summit day’ 1 dag uit te stellen. 1 dag na de geplande toppoging zou het zo goed als windstil zijn; iets wat slechts 1 keer in de 100 dagen voorkomt, dus een unieke kans die we niet konden laten schieten. Er werd een extra rustdag in kamp 2 ingelast. Voor iedereen die zich goed voelde een kleine deceptie omdat het bereiken van de top nog 1 dag langer werd uitgesteld, voor de rest een gelegenheid om weer goed op krachten te komen en beter te wennen aan de hoogte. Om de acclimatisatie te bevorderen werd er deze dag een hike van zo’n anderhalve uur gepland. Iain voelde zich (uiteraard) prima en ging vol enthousiasme mee. Voor Jeffrey was het beter zijn opgengeschuurde hakken een dagje rust te geven en ook Timo liet verstek gaan om bij te komen en uit te rusten. Het was deze dag koud en er stond een stevig briesje met windstoten tot 50km/u. Een mooie dag om bij te slapen en te hopen op beter weer voor de volgende dagen.

Vrijdag 24 december

Ondanks de harde wind hebben we afgelopen nacht (relatief) goed geslapen, dus we zijn helemaal klaar voor de tocht naar kamp 3 (Colera)! We moeten zo’n 600 meter omhoog, maar de route is een stuk korter (en dus steiler) dan die naar kamp 2. Iedere meter die we hoger komen, worden de effecten van de hoogte meer merkbaar: allemaal hebben we inmiddels last van een verminderde eetlust (hoewel je juist veel meer energie verbruikt en dus eigenlijk meer voedsel nodig hebt), onze rusthartslag ligt inmiddels tussen de 90 en 100 en het zuurstofgehalte in ons bloed nog maar tussen de 70 en 80%. Alles wat je doet, doe je dus automatisch een stuk trager dan normaal: lopen, de tent opzetten, eten, drinken etc. Net iets voor we ons kamp 3 op 6000 meter bereiken, passeren we ‘kamp Berlin’. In het verleden scheen dit het voornaamste ‘laatste kamp voor de top’ te zijn geweest, maar tegenwoordig ligt het er vrij verlaten bij en zetten de meeste mensen hun tent op in het gunstiger en hoger gelegen kamp Colera.

Aan het eind van de middag komen we aan in kamp Colera; een plateau dat alleen als de wind gunstig staat wordt beschut door een grote gele opstaande rots. Het was zaak dat we snel de tent opzetten en bijtijds in onze slaapzak kropen. Morgen was immers ‘summit day’ en de planning was om exact om 5.30 uur ’s ochtends te vertrekken. Voor zover slapen uberhaupt mogelijk was op deze hoogte (we zaten al hoger dan de top van de Kilimanjaro!), hadden we dus een korte nacht voor de boeg.

Na het eten hebben we, tijdens het inpakken van onze tassen voor de toppoging de volgende dag, nog even luidkeels alle Nederlandstalige kerstliedjes die we kenden voor onze Franse vrinden gezongen (het was immers kerstavond). We kwamen niet veel verder dan ‘O denneboom’ en voelden ons genoodzaakt ons repertoir aan te vullen met ‘Zie ginds komt de stoomboot’ en ‘Hoor de wind waait door de bomen’. Wisten zij veel.

Zaterdag 25 december

Na een onrustige nacht (veel wakker, weinig slapen) werden we rond 4.00 uur toch redelijk fit en opgeladen gewekt. Ik (Jeffrey) ervoer hetzelfde gevoel als op de ‘summit day’ van de Kilimanjaro: de overdosis adrenaline in m’n lijf had alle kloppende hamertjes in m’n hoofd verdreven en ik voelde me ondanks de hoogte beter dan ik me de afgelopen week had gevoeld. We hadden anderhalf uur de tijd om te ontbijten, onze laatste spulletjes te verzamelen en ons te kleden op de koude tocht (vooral het eerste uur voordat de zon opkwam).

De dag was globaal opgedeeld in 3 fasen: De tocht naar Independencia (een shelter op zo’n 6400 meter), de oversteek van de Traverse (een smal en op het eind steil paadje langs een diepe afgrond tot ongeveer 6600 meter) en tot slot het beklimmen van de Canaleta (een steile helling van losse rotsen en ijs die uitkomt op de top). Na iedere fase zou worden gekeken hoe iedereen ervoor stond en op basis daarvan mocht je dan verder of werd je door 1 van de gidsen teruggebracht naar kamp 3.

Nog in het donker vertrokken we richting Independencia. Het was een heldere nacht met bijna volle maan; onze koplampen waren dus niet echt nodig. Ook kwam al vrij snel de zon op; een verademing, want met ieder zonnestraaltje leek het een paar graden warmer te worden. We liepen uiteraard erg rustig, maar dit eerste gedeelte verliep vlotjes en soepel. Voor we het door hadden kwamen we aan in Independencia, waar een korte pauze werd ingelast. Timo en Jeffrey voelden zich goed. Iain voelde voor het eerst van de hele expeditie meer druk/pijn in z’n hoofd dan de rest van het team en gaf ook aan een beetje duizelig te zijn. We gingen ervan uit dat het door vermoeidheid kwam en dat een paar minuutjes rust wonderen zou doen.

Na de pauze moesten we nog 1 flinke rotspartij trotseren voordat we het begin van de Traverse bereikten. Iain voelde zich helaas steeds slechter en besloot het in overleg met Timo nog 100 meter te proberen _zonder_ iPod op; misschien werden de duizeligheid en het dubbel zien veroorzaakt door de enorm rustgevende muziek van Sabaton; moeilijk voor te stellen, maar het zou zomaar kunnen natuurlijk. Helaas, na 50 meter was er geen verbetering en Iain besloot om te keren; in deze staat over de smalle Traverse lopen was compleet onverantwoord en steken in zijn voorhoofd gaven aan dat er waarschijnlijk meer aan de hand was dan de alom bekende kloppende hoogteziekte-hoofdpijn waar bijvoorbeeld Jeffrey al anderhalve week last van had gehad.

Iain werd door Javier teruggebracht naar kamp 3 en Timo en Jeffrey vervolgden hun weg over de Traverse. Het eerste stuk was makkelijk en hield weinig meer in dan netjes achter elkaar aanlopen en gewoon op het paadje blijven. Halverwege ging het pad ineens een stuk steiler omhoog en moesten de crampons onder de schoenen om over het ijs te kunnen lopen. Op zich hartstikke leuk en natuurlijk nuttig die crampons, maar bij Jeffrey sloten ze niet lekker aan, waardoor ze die dag zeker 5 keer ineens los onder z’n schoenen hingen. Iets waar je qua stabiliteit en veiligheid op het ijs al niet heel blij van wordt, maar wat zeker op die hoogte ook de nodige frustratie en energieverspilling opleverde om ze weer goed te krijgen. Maar goed, we mochten niet klagen. Het weer was briljant en, zoals voorspeld, stond er zo goed als geen wind.

Bovenaan de Traverse werd een iets langere pauze ingelast. Even bijkomen en mentaal voorbereiden op de Canaleta waarvan we inmiddels aan de voet stonden. Tijdens deze pauze kregen we nog een kop thee aangeboden van een Koreaan die in 2010 al 6 van de ‘7 summits’ had beklommen en op dezelfde dag als wij de top van de Aconcagua hoopte te bereiken om de 7 compleet te maken. Van onze groep was inmiddels nog 7 van de totaal 12 man over. Van een deel hadden we niet eens meegekregen dat ze waren omgekeerd; je bent toch redelijk met je eigen ‘strijd’ bezig. Aan de voet van de Canaleta besloot Betrand, een 60 jarige Fransman, als laatste ook om te keren. Hij had de energie niet meer dit laatste, zwaarste stuk te beklimmen (en daarna ook weer veilig naar beneden te komen). Toen waren er dus nog maar 6.

De Canaleta bestond voornamelijk uit losse rotsblokken waardoor het waarschijnlijk 3 stappen omhoog lopen en weer 2 naar beneden glijden zou worden. In het begin was er gelukkig de mogelijkheid via de zijkant een stuk met de crampons over een gletsjer/stuk ijs te lopen. Dat werkte briljant. Wel zaten we inmiddels zo hoog en was er zo weinig zuurstof (naar het schijnt zo’n 40% van wat we op zeeniveau gewend zijn) dat we met grote regelmaat even moesten chillen. Tijdens deze laatste 300 meter richting de top moesten de crampons regelmatig aan en weer uit. Bij Jeffrey dit aantal x2, doordat ze steeds losschoten. Zo ook ongeveer 50 meter voor de top.

Gonzalo, de hoofdgids, gaf aan dat hij met de rest van de groep vast door zou lopen naar de top en me met een paar minuutjes wel boven zou zien. Na weer een paar minuten met m’n crampons te hebben gevogeld, vervolgde ik m’n weg omhoog, waar ik zo’n 10 meter onder de top Gonzalo boven zag staan bellen met het basecamp om door te geven dat onze groep de top had gehaald. Hij gaf met een handgebaar aan dat het laatste stukje van de route naar de top zich om de hoek bevond en dus liep ik snel het hoekje om. Daar zag ik een paar meter verderop een klein stenen plateau. Om dat plateau te bereiken hoefde ik alleen maar over een afgrond van pak ‘m beet 1000 meter diep en onder een net iets overhellende rots heen te kruipen. Het leek me ietwat avontuurlijk, maar goed, de rest stond ook al op de top, dus wie was ik om in dit stadium af te haken. Eenmaal op het plateau aangekomen bleek deze weg in ieder geval nergens op uit te komen. Toen ik eens achterom keek naar de afgrond waar ik mezelf zojuist overheen gemanoeuvreerd had, was het vrij snel duidelijk dat ik daar niet nog een keer overheen ging kruipen...

Half versufd door de hoogte (je hersenen werken niet zo best en snel meer met weinig zuurstof, dat bleek wel) kwam langzaam de realisatie dat ik echt verkeerd zat en op 6952 meter hoogte dus geen kant meer op kon. Al snel kwam Gonzalo naar beneden, benieuwd naar waar ik bleef. Zodra hij me op het afgesloten plateau zag zitten, flipte hij finaal de pan uit en maakte zich duidelijk zorgen hoe hij me daar in godsnaam weer vandaan moest krijgen. Hij haalde Paco, een doorgewinterde berggeit uit Spanje, erbij om een ‘reddingsactie’ op touw te zetten. Paco klauterde mijn kant op en hielp me overtollige ballast vast Gonzalo’s kant op te krijgen (crampons, loopstokken, tas). Gonzalo had inmiddels een mooie touwconstructie geknutseld waardoor ik enigszins verantwoord de oversteek naar het veilige gedeelte van de berg weer kon maken. Blij dat ik het avontuur had overleefd, hoefde ik nog welgeteld drie rotsjes op te klauteren waarna ik ongeveer een kwartiertje later dan de rest van de groep de top bereikte.

Het uitzicht op 6962 meter was briljant; we hadden zo goed als onbeperkt zicht in alle richtingen. Er stond praktisch geen wind en het zonnetje scheen volop waardoor zelfs de temperatuur soort van behagelijk was. Waren we op voorhand ontelbare keren door de gidsen gewaarschuwd dat we tijdens ‘summit day’ in verband met bevriezingsgevaar onder geen enkele voorwaarde onze handschoenen uit mochten doen... Het kon gewoon! We hebben al met al bijna een uur op de top, een plateau ter grootte van een half voetbalveldje, doorgebracht. Talloze foto’s gemaakt met de indrukwekkend south face op de achtergrond, maar vooral genoten van het fantastische uitzicht over de toppen van de omliggende bergen. Wat een geluk met het weer!

De weg naar beneden ging een stukje minder soepel dan de weg omhoog; vooral bij mij (Jeffrey). Het avontuurtje net voor de top, het gekloot met de crampons en het bij iedere stap verder kapot schuren van m’n hakken tegen de binnenkant van de plastic boots hadden naast alle factoren die natuurlijk voor iedereen meespeelden hun tol geeist: m’n lijf was echt volledig leeg. Alle kracht was uit m’n benen waardoor ik regelmatig door m’n knieen zakte, de stabiliteit was uit m’n heupen verdwenen, waardoor het bijzonder lastig was om recht te lopen, enfin, de weg terug naar kamp 3 werd nog een heel avontuur. Waar de rest van de groep net voor het avondeten weer in kamp Colera was aangekomen, kwam ik rond rond 10 uur ’s avonds onder begeleiding van gidsen Gonzalo en Cefer aangestrompeld. Volledig kapot, maar ergens diep van binnen toch een beetje trots; de 3/4 jaar training was niet voor niets geweest, we hadden het gehaald! Net voor we onze slaapzak indoken wist Gonzalo nog te vertellen dat Iain veilig met een drager was afgedaald naar basecamp; dat was dus ook goed nieuws! Voor op een hoogte van 6000 meter hebben we die nacht vervolgens briljant geslapen.

Hoogteprofiel

Zondag 26 december

Jammer dat je lijf onder die omstandigheden alleen niet echt rap hersteld, dus de volgende ochtend waren we nog alles behalve topfit. Vandaag stond het afdalen naar basecamp op het programma. Superrelaxed, terug naar 4300 meter; zuurstof!! Voor we vertrokken vertelde Gonzalo ons nog dat er bij Iain een hersenoedeem was geconstateerd en hij de vorige dag gelijk met de helicopter helemaal was afgedaald en inmiddels dus niet meer in basecamp, maar in Mendoza vertoefde. Dat was even schrikken, maar goed te horen dat het inmiddels wel weer goed met ‘m ging.

De vorige dag zat duidelijk nog in de beentjes, maar halverwege de middag kwamen we zonder enorme problemen onderweg weer aan in Plaza de Mulas. We hebben tijdens de afdaling een paar keer achterom gekeken naar de top waar we de vorige dag bovenop hadden gestaan; vandaag was deze grotendeels in (sneeuw)wolken gehuld. Weer realiseerden we ons dat we echt geluk hebben gehad; helemaal toen we de volgende dag het bericht te horen kregen dat er 2e kerstdag een Amerikaan door uitputting en onderkoeling op de top was overleden... Eén dag nadat wij er in alle rust een uur hadden rondgelopen... Bizar...

In basecamp hebben we Iain gebeld en een berichtje op dit blog gepost dat wij ook weer veilig waren afgedaald. Iain maakte het goed en vermaakte zich inmiddels prima in Mendoza. Over 2 dagen zouden wij ook weer beneden staan en weer lekker in een gewoon bed kunnen slapen en, belangrijker nog, eindelijk weer eens kunnen douchen!

Tijdens het ‘feestmaal’ in basecamp die avond werden de flessen champagne opengetrokken en konden wij ons ook (eindelijk) tegoed doen aan de Argentijnse wijn, die we tijdens de tocht naar boven netjes voor onze Franse vrienden hadden laten staan. Die nacht hebben we weer prima geslapen.

Maandag 27 december

Vandaag hadden we de tocht naar Confluencia voor de boeg; waar we voor de laatste keer in een tent zouden slapen alvorens weer van een lekker hotelbed te kunnen genieten! Jeffrey stond die ochtend op met ‘blurry’ vlekken in 1 oog en een licht duizelig gevoel. Een bezoekje aan de dokter in het kamp leerde dat de vlekken een lichte vorm van sneeuwblindheid waren (crappy zonnebril) en de duizeligheid kwam nog steeds door de brakheid. Dus wederom veel drinken, veel eten, niet piepen en gewoon snel afdalen!

Van basecamp naar Confluencia was ongeveer 20km lopen. Grotendeels door de eindeloze Horcones vallei, maar een gezellig muziekje en het idee dat je met iedere meter naar beneden meer zuurstof binnenkreeg deden wonderen. Ook namen de ezeltjes weer een deel van onze bagage mee naar beneden wat het gewicht van onze rugzak zeker ten goede kwam :)

In Confluencia heeft gids Cefer ons tot in de late uurtjes nog geprobeerd het in Argetinië mateloos populaire kaartspelletje Truco (een soort poker, maar dan heel anders) uit te leggen, maar we waren nog steeds behoorlijk brak, dus dat ging ‘m niet worden...

Dinsdag 28 december

De volgende ochtend kwamen we na 3 uurtjes wandelen weer aan bij de entree van het park. Onze bagage lag klaar in het hotel in Penitentes, dus hier nog een korte tussenstop en vervolgens snel op weg naar Mendoza. Na alle maaltijden op de berg met (te) goed doorbakken stukken vlees, waren we ons de afgelopen dagen al volop aan het verlekkeren op weer zo’n fantastische Argentijnse steak! Mendoza was eigenlijk nog te ver rijden, dus halverwege de rit hebben we bij een wegrestaurant schaamteloos >1/2 kilo prima vlees vergezeld van een liter Cola de man weg zitten stouwen. Een mooi land dat Argentinië :)

Halverwege de middag arriveerde de bus bij ons hotel in Mendoza, waar Iain ons met een glas wijn in de hand stond op te wachten. Snel douchen, bijslapen en nog 3 dagen volop genieten van het Argentijnse (uitgaans)leven!

Gearchiveerd onder: Expeditie 5 Reacties